Kecskemét is (sinds 1368) een oude handelsstad met een bekend cultureel centrum. Sinds 1950 is het de hoofdstad van de provincie Bács-Kiskun. Het heeft zijn bekendheid onder andere te danken aan een 'Hungaricum' dat hier gemaakt wordt, nl de abrikozenbrandenwijn (Kecskeméti barackpálinka).

Cultuurstad

Kecskemét is een echte cultuurstad; er zijn hier unieke verzamelingen zoals het 'Sokratenus' Speelgoedmuseum en Werkplaats, het Museum voor Naïeve kunst, het Hongaarse Fotografiemuseum, Het József Katona Museum, het Ráday Museum, het Museum van Medische en Pharmacologische Geschiedenis, het Museum van Hongaarse Volkskunst, de Bozsó collectie met hun nationaal belang.

De zither spelers, fluitisten en orkesten, die komen voor de volks-muziek-festivals, zijn terugkerende gasten van de stad. In het Muziekpedagogisch Instituut maken heel wat buitenlandse studenten kennis met de wereldberoemde muziekpedagogische methode van de hier geboren musicus Zoltán Kodály (1882-1967). Deze wordt, samen met Béla Bartók (1881-1945), gezien als één van de stichters van de moderne Hongaarse muziek.

De beroemde drukker Károly Szilády richtte in 1841 de eerste drukwerkplaats in Kecskemét op. Later volgden er meer, waaronder de Révész drukkerij die geleid werd door László Tóth, die later tussen de twee wereldoorlogen burgemeester werd en beroemd werd door publicatie van schaakboeken. De opvolger was de Petõfi Drukkerij, een van de meest up-to-date drukkerijen in Centraal Europa. Kecskemét is ook beroemd om zijn gevangenismuseum, de tentoonstelling van de lokale schilder László Holló en de “Kiskun Dagen” die elk 3de jaar georganiseerd worden.

Architectuur

Kecskemét heeft prachtige Jugendstil gebouwen, verschillende musea, muziekcentra en kerken, die verspreid staan door de stad. Ondanks het feit dat een willekeur van gebouwen door elkaar geplaatst staan, vormen de openbare gebouwen rondom de marktplaats één geheel. De Joodse, Grieks Orthodoxe en Calvinistische kerken staan bij elkaar en zijn een toonbeeld van de tolerantie met betrekking tot de verschillende geloven.

Het "Bonte Paleis" (Cifrapalota) uit 1903 is een van de fraaiste scheppingen van de Hongaarse Jugendstil. Het is rijk versierd en biedt tegenwoordig onderdak aan het Kunstkabinet. Er is een doorlopende tentoonstelling van Menyhért Tóth. Het József Katona Theater is tussen 1895 en 1896 gebouwd, waarbij het Vígszínház uit Boedapest model gestaan heeft. Het fraaie standhuis, rijk versierd met gekleurde bloemmotieven is een van de mooiste openbare gebouwen van het land. De melodie van het klokkenspel dat elk uur speelt is gecomponeerd door de beroemde componist en muziekpedagoog Zoltán Kodály.

Het hoofdplein met zijn kerktorens, en het geluid van het klokkenspel de huizen in de naburige straten, de gebouwen met hun bonte keramiekgevels en de specialiteiten van de lokale keuken bieden tezamen een interessant en gevarieerd programa aan de bezoekers.